Vorming Landschapspark Het Buijtenland van Rhoon

Niet iedereen zal weten waar Het Buijtenland van Rhoon ligt.
Het ligt grofweg ten oosten en ten zuiden van Rhoon. Het gebied ten oosten van Rhoon (tussen Rhoon en Portland) is kleinschaliger ingericht dan het zuidelijke deel. Hier vindt u langgerekte polders; in de Zegenpolder, Molenpolder en Portlandpolder vindt grootschalige landbouw plaats.

Waarom?
Het gebied zal heringericht worden als compensatie van het verloren gaan van de natuur (2000 ha zeebodem) door de uitbreiding van de Tweede Maasvlakte. In de regio Rotterdam zou 750 ha. natuur- en recreatiegebied ontwikkeld worden, waarvan in Het Buijtenland van Rhoon met 600 ha het grootste deel gerealiseerd zal worden. De overige 150 ha. ligt langs de noordrand van Rotterdam.
Na ruim tien jaar praten en plannen maken is in juli 2018 een gebiedscoöperatie opgericht die de plannen moet uitvoeren. In de gebiedscoöperatie nemen ondernemers, agrariërs uit het gebied, natuurorganisaties en recreatie-ondernemingen zitting. Zij nemen als het ware de opdracht aan van de provincie om de doelstellingen van het gebied te behalen. De doelstellingen zijn beschreven in het ‘Streefbeeld’. In dit rapport/boek wordt verteld wat de doelen zijn die de komende tien jaar gerealiseerd moeten worden. Dit boek is de bron van dit verhaal.

Hoe?
Zoals al aangegeven vindt momenteel in dit gebied op industriële schaal akkerbouw plaats. Grote monoculturen waar elk ander gewas met chemische bestrijdingsmiddelen bestreden wordt en waar geen plaats is voor andere planten en dieren.
Dit moet worden omgevormd tot een gebied met een veelheid van kleinere percelen met verschillende akkerbouwgewassen (oude granen, vlas, lupines, meekrap en koolzaad) met tussen de percelen ruimte voor dieren, bloemen en planten (zoals vogelakkers, bloemenranden en keverbanken). Hier kunnen bijvoorbeeld naast diverse keversoorten, die voedsel vormen voor akkervogels, ook wilde bijen zich vestigen die zorgen voor een betere bestuiving van de gewassen. Daarnaast worden hagen (27 km) aangeplant daarin kunnen vogels nestelen die een bijdrage leveren door plaaginsecten op te eten. Er komt ruimte voor watergangen met plasdrasoevers, hooilandranden met bloeiende kruiden als margrieten, ratelaars en rode klavers. Sprinkhanen, libellen en zweefvliegen zullen op hun beurt weer vogels aantrekken.

Waar?
In het noordoostelijke deel komt een bezoekerscentrum en zullen enkele hoogstamboomgaarden worden gerealiseerd. Ook wordt gekeken of de verdwenen Graanmolen Het Hert (gesloopt in 1976) op een iets andere plek als destijds weer kan herrijzen.
In de zuidwestelijk gelegen Zegenpolder wordt nu al geëxperimenteerd met een kweektuin met zeldzame akkerflora en maatregelen voor akkervogels. Het gaat hier niet alleen om zaden te winnen, maar ook moet ervaring worden opgedaan over de invloed van bemesting, grondsoorten, ontwatering, vruchtwisseling, op de kansen voor een duurzame terugkeer van die soorten. Vele wilde akkerflora zijn verdwenen en zullen actief worden geherintroduceerd met als doel om een zelfstandige populatie te creëren.

Akkervogels
Ook in het Buijtenland van Rhoon zijn, evenals in de rest van Nederland, sinds 1960 de boerenlandvogels in soort en aantal achteruit gegaan of (grotendeels) verdwenen. Door bovengenoemde maatregelen is de verwachting dat het insectenleven een boost zal krijgen. Door te zorgen voor een veilige broedgelegenheid, dekking en voldoende zomer- en wintervoedsel wil men de aantallen geleidelijk te vergroten.

Hoeveel ruimte?
In de aanvang van dit artikel werd 600 ha. genoemd. Na aftrek van wegen en erven blijft er 570 ha. over. 40 procent daarvan (280ha) is voor bestemd om een rechtstreekse bijdrage te leveren aan de natuurdoelen. De overige 60 procent is voor natuur-inclusieve landbouw. Helaas is het niet gelukt bestrijdingsmiddelen geheel te verbieden. Mits de natuurdoelen gehaald worden is een beperkt gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen toegestaan. De bedoeling is landbouw, recreatie en natuur steeds meer te vervlechten.

Organisatie
Boeren moeten lid worden van de opgerichte gebiedscoöperatie.
In het bestuur (en leden) zijn naast de landbouw ook de natuur en recreatie vertegenwoordigd. De organisatie maakt plannen neemt maatregelen om de doelstellingen uit het Streefbeeld te halen. De resultaten zullen voortdurend gemonitord worden.

Uniek
Wat hier staat te gebeuren is uniek in Nederland en de rest van Europa.
In eendrachtige samenwerking zullen we ons af te keren van doodlopende weg die de landbouw is ingeslagen en samen trachten een alternatief te vinden. Als het lukt krijgen we hier een aantrekkelijk gebied waar recreatie, natuur en landbouw van profiteren. Dat kunt u allemaal van nabij zien gebeuren op het eiland IJsselmonde!
Bron: Streefbeeld Buitenland van Rhoon