Insectenvriendelijke beheer: maar waar zijn de bloemetjes en de bijtjes?


Het Ridderkerkse Gorzenpark ligt er weer keurig bij. Net als elders in de gemeente is alles van kant tot kant glad geschoren. Dit voorjaar hebben we meerdere gesprekken met medewerkers van de gemeente over insectenvriendelijk maaibeheer en over beheer en inrichting van het Gorzenpark gevoerd. De gemeente had ons advies gevraagd en heeft deze gekregen.

Een ander beheer van onze groengebieden is zeer urgent. Want uit onderzoek is gebleken dat het slecht gaat met heel veel insecten. Uit Duitse onderzoek bleek dat 76 procent van de insecten in de afgelopen 27 jaar is verdwenen. Uit onderzoek van Natuurmonumenten bleek dat het in Nederland niet veel beter is gesteld. Natuurmonumenten vond het nodig om in actie te komen. In het zomernummer van het ledenblad van Natuurmonumenten riep boswachter Maurice Kruk de lezers daarom op een brief aan de gemeenteraad te sturen met tips over hoe met het beheer van het groen rekening kan worden gehouden met insecten. De brief is te downloaden op de website van Natuurmonumenten.

Wat heeft ons overleg tot nu toe opgeleverd?
Het resultaat kunt u nu overal aanschouwen. Om maar een vlinder als voorbeeld te nemen; geen voedsel voor de vlinder, geen plant om de eitjes af te zetten en geen plant waarvan de rupsen zouden kunnen eten. Mochten er al eitjes zijn afgezet of rupsen zich aan het verpoppen zijn geweest dan zijn ze allen met het maaisel afgevoerd. Gemeentelijk groen wordt steeds belangrijker. In agrarisch gebied wordt op zo’n enorme schaal op bijna industriële wijze geproduceerd waarbij bestrijdingsmiddelen niet worden geschuwd dat er nauwelijks ruimte is voor insecten gedurende hun levenscyclus voedsel en huisvesting te vinden. Met het verdwijnen van insecten verdwijnen de vogels die insecten eten. Een groot jonge vogels wordt met insecten groot gebracht. Later zal een deel op andere voedselbronnen overschakelen.
De gemeenten beheren samen heel veel groen en zouden met een zorgvuldig maaibeheer heel veel voor deze diersoort kunnen betekenen. Wat kan er beter?

Enkele tips uit de brief van boswachter Maurice Kruk:
Geef bloemen de kans tot bloei te komen, dus maai gefaseerd. Laat per maaibeurt 15-33% staan.
Laat bij de laatste maaibeurt van het seizoen minimaal 20% staan tot de volgende zomer.
Zorg bij hogere vegetaties voor geleidelijke overgangen en laat 15-20% staan.
Verrijk grasvelden, die wel geheel gemaaid worden, met snelle bloeiers als madeliefjes, paardenbloemen, witte en rode klaver en bijenkorfje. Maai stukken met ruigtekruiden zo min mogelijk (eenmaal in de 2-5 jaar en laat dan een deel staan; dit zijn nest- en overwinteringsplaats (holle stengels) voor insecten. Vermijd zware machines. Ze verdichten en beschadigen de bodem en doden insecten.

We hopen dat de gemeente deze tips voor een bewuster insectenbeheer ter harte neemt!
Een mocht u een oproep willen doen aan de gemeenteraad download dan de brief van Natuurmonumenten en stuur deze op.
Aart van Dragt