Gorzengriend 1250 meter wandeling

* = terp

Startpunt van de wandeling is Haven 28, 2984 BR Ridderkerk.
Langs jachthaven richting de Noord, bij uitlaat waterzuivering naar beneden en brug over. Volg het  beheer pad, even links en  rechts,  door het verwilderd wilgenbos, de terp over en onderaan  linksaf, bij tijsloot de brug over en bij de Noord  linksaf de oever volgen. Totale lengte 1250 meter.

Gepubliceerd 3 maart 2021
Aart van Dragt

In de grienden wordt hard gewerkt om op 15 maart klaar te zijn. Dan vertrekken de griendwerkers om plaats te maken voor de broedvogels die een geschikte nestplaats te zoeken.

Het Ridderkerkse griend is 9 ha groot daarvan is 6 hectare in cultuur. Ondanks de beperkte oppervlakte behoort het tot de 5 grootste getijdegrienden van ons land. (De grootste is het Rhoonse griend 32 ha).

Voor de mens ingreep was het rivierdeltagebied een groot moerasbos van wilgen en elzen. Wat men nodig had verschafte de natuur. Om aan de stijgende vraag naar wilgentenen te voldoen, legde men vanaf de 16e eeuw wilgenakkers aan, op voor landbouw ongeschikte gronden. Vooral in de winter is het goed te zien dat de wilgen zijn aangeplant op twee tot drie meter brede akkers, omgeven door greppels. De aarde die bij het graven van die greppels vrij kwam werd gebruikt om deze akkers op te hogen.

De Ridderkerkse griend is een van laatste getijdengrienden van ons land. Behalve langs de rivieren de Noord en de Oude Maas is het getijde griend uit bijna geheel Europa verdwenen door het afsluiten van de zeearmen. Het verschil tussen eb en vloed bedraagt ongeveer 90 cm. Na de regulering van de Noord in 1923 resteerde nog een klein stukje gors. In het kader van een werkverschaffingsproject werd hier begin jaren dertig een griend aangelegd.

Het gebied heeft al diverse beheerders gehad. Tot 1945 was dat Jan de Jong uit Sliedrecht. Tot 1975 fa. Kraaienveld uit Barendrecht. Daarna tot 2010 gemeente Ridderkerk en nu wordt de griend beheerd door het Zuid-Hollands landschap.

Eens in de drie jaar worden de wilgen geknot. Dit gebeurt in de winter, elk jaar een derde deel van de griend. De werkzaamheden zijn noodzakelijk om de griend in stand te houden. Vroeger werden wilgentakken gebruikt voor vele doeleinden maar tegenwoordig wordt het vooral als biobrandstof gebruikt. De beheerskosten wegen niet tegen de baten op en daarom is een deel uit cultuur genomen. Dit deel mag verwilderen tot moerasbos.

Bijna op het zuidelijkste puntje van onze wandeling loopt u over een hoge droge terp (aangegeven met een ster op de kaart). Hierop stond een keet waarin 3 tot 4 griendwerkers in een deel van de winterperiode van maandag tot zaterdag huisden. De griendwerker had een zwaar beroep. Hij moest leven en werken onder moeilijke omstandigheden. De afgehakte wilgentakken werden tot bossen gebonden. Deze wel 45 kg zware bossen werden op de rug naar een verzamelplaats gedragen. Daar moesten ze wachten op verder transport. De rest van het jaar was er slechts voor enkelen werk. De sloten moesten uitgediept en het onkruid zoveel mogelijk bestreden worden omdat het een voedselconcurrent van de wilg is. Tegenwoordig wiedt men niet meer en laat men de natuur meer zijn gang gaan. Productie is immers van geen belang.

De griend is nu een prachtig natuurgebied dat herinnert aan hoe men vroeger leefde en werkte.

Meer lezen over de Ridderkerkse griendhttps://www.natuurvereniging-ijsselmonde.nl/ridderkerkse-griend/