Winterakonieten

HET VASTENAVONDZOTJE

Riet van de Water

Zo wordt in Vlaanderen de winterakoniet ook wel genoemd.

Vroeg in het voorjaar bloeit dit plantje samen met de sneeuwklokjes. Het is afhankelijk van de temperatuur of dat vroeg is of later. In ieder geval blijkt het in Vlaanderen vaak te bloeien in de carnavalstijd.

De winterakoniet is een tuinplant die al meer dan drie eeuwen geleden uit het zuiden van Europa naar ons land is gebracht.. Stop je de knolletjes te laat in de grond, dan is de kans dat ze opkomen, heel klein. Ze moeten al in September gepoot worden. Het onooglijke bruine knolletje is eigenlijk een heel korte wortelstok. Elk jaar maakt de knol een nieuw oog waar de nieuwe plant uit opschiet. Eest is het slechts een stengel met één bloem en een kraag van groen blad dat dient om de bloem tijdens het uitgroeien van de stengel te beschutten. De bloeistengel draagt dus een bloem met daaronder drie bladeren, elk handvormig ingesneden. De bloem heeft zes grote matgele bloembladen. Deze worden kelkbladen genoemd. Daar boven bevinden zich kleine bekervormige kroonbladen, welke korter zijn dan de meeldraden. Deze kroonbladen zijn aan de top in tweeën gespleten en hebben de vorm van een bekertje. Ze worden gevuld met nectar en daarom worden ze “honingbakjes” genoemd.

De honingbijen vinden hier de eerste nectar van het jaar en zorgen zo (als het niet te koud is om te vliegen) voor de bestuiving. Als de bijen nog niet vliegen als de nectar in de bekertjes zit, dan kunnen de bloemen zich ook zelf bestuiven. Na de bestuiving groeien de peulvormige zaaddozen tussen de meeldraden. Later komen pas de echte bladeren te voorschijn, diep ingesneden en in omtrek cirkelrond. Na juni verwelken ze weer. De vruchten zijn ongeveer in mei rijp en de zaaddozen vallen op de grond en blijven daar liggen tot de winter. Dan pas ontkiemen ze en duurt het 3 à 4 jaar voor zo’n plantje in bloei komt. Al die tijd moet de grond met rust gelaten worden.

Op Landgoederen, waar ze na het planten met rust gelaten worden, kunnen ze zich geweldig uitbreiden. Planten die van oorsprong niet inheems zijn, maar zich zonder hulp weten te handhaven worden tot de stinzenplanten gerekend. (Komen als zodanig veel voor in N.W. Friesland. Vestigen zich niet spontaan op nieuwe groeiplaatsen, maar eenmaal geplant kunnen ze zich goed handhaven.) De winterakoniet is giftig. Voor de plant is dit een bescherming tegen vraat door naaktslakken