Waarom sommige planten vlees eten

Riet van de Water

ronde zonnedauw

Zolang er leven is op aarde, zolang wordt er al gejaagd op alles wat leeft. Heel veel vroeger aten de mensen elkaar op. Maar nu nog lusten mens en dier elk ander dier .

Wat sneu nou voor die levende wezens die niet kunnen vluchten, zoals de planten. Die hebben er zelf wat op gevonden, want veel planten zijn of giftig, of onverteerbaar, of moeilijk te pakken, of ze vechten terug. Dat laatste doen veel soorten door b.v. insecten zelf op te eten. U denkt misschien hoe kan dat?

Neem bijv. de Blaasjeskruid familie. Deze heeft een eigenaardige wijze van voedselvoorziening. De bladeren van deze groep zijn ingericht op het vangen van kleine diertjes, welke ze verteren om de plant te voorzien in die behoeften, die ze missen op de plek waar ze groeien. Dit soort plant kan groeien in fosfaat- en stikstofarme water of moerasgebiedjes. De bloemen van deze familie zijn van het type Leeuwenbek.

Het vetblad (ook wel kleverig viooltje genoemd )woont het liefst op natte hei- en beekdal-landschappen. Toen de landbouw nog gepaard ging met plaggensteken, kon het vetblad zich goed handhaven. In Schotland en in Scandinavië, waar voldoende open plekken met stromend water zijn, en liefst ook een helling, groeit het vetblad haast overal. Het is een laag, overblijvend plantje, wat bloeit tegen het eind van de lente. Het heeft aan de voet een rozet van vlezig rond blad, dat aan de bovenzijde kleverige druppeltjes heeft. Daar komen de insecten op af en blijven plakken. Het blad rolt langzaam dicht en de klieren scheiden verteringssappen uit, dat de eiwitten uit de prooi, oplost.

De zonnedauw (zeldzaam, maar te vinden in vochtige, arme grond) heeft op haar bladeren glasachtige druppels. Deze druppels hebben dezelfde uitwerking op insecten als kristal op de mens. Ze worden aangetrokken door de glinstering en landen op het blad. De druppels zijn erg kleverig en het gelande insect zal wanhopig proberen los te komen. Maar hoe harder het insect beweegt, hoe sneller de kleverige haren zich rondom het diertje sluiten. Het blad rolt zich in een dodelijke greep om hem heen. In de druppels zit tevens een verteringszuur en langzaam lost het insect op om de plant te voorzien van de benodigde voedingsstoffen. Op deze manier komen ook veel planten aan de nodige voeding, zonder te spitten of te maaien.