Vliegen

Vliegen kunnen snel vliegen

Riet van de Water

Dambordvliegen M.v.d.Hee

Alle insecten hebben twee paar vleugels, maar bij de muggen en de vliegen is het achterste paar geschrompeld tot een soort evenwichtsorgaantje. De “twee vleugels heeft” heet in het latijn “Diptera”en dit is dus de familienaam. Slechts twee vleugels hebben om te vliegen wil nog niet zeggen dat ze minder goed daarin zijn. De vliegen worden  misschien wel zo genoemd omdat ze juist zo buitengewoon snel kunnen vliegen, veel sneller dan welk insect ook. Ze hebben grote samengestelde ogen, die vooral bij de mannen het frontale gedeelte van de kop in beslag nemen.

Vliegen voeden zich door vloeistof op te zuigen en hebben dus meestal een zuigsnuit. Ze maken zelf hun voedsel vloeibaar door er eerst vocht op te spugen, dat zich dan vermengt met hetgeen ze willen nuttigen en dat daarna weer wordt opgezogen. Zo zuigen ze kadavers (niet het bot) en lijken, stront en aas op, zodat ze voor opruiming in de natuur heel nuttig zijn.
Vliegen vormen hierdoor wel een bedreiging voor de gezondheid van de mens, omdat ze met bacteriën besmet, graag op ons eten zitten. De eieren worden gewoonlijk gelegd op een flinke hoeveelheid voedsel, zodat maden zodra ze uitkomen, de tafel gedekt vinden. Bij warm weer groeien ze zeer snel en verpoppen zich dan tot nieuwe vliegen. Van ei tot vlieg duurt ongeveer vier weken. Ze zijn in staat om tegen plafonds en glas te lopen omdat ze aan pootjes haar-kussentjes hebben, waarmee ze zich overal aan kunnen vasthouden.