Uitzicht

Tevreden met het uitzicht

Aart van Dragt

Op de kalender staat de winter al aangekondigd. De ponyweide ondergaat een metamorfose. Tussen de grassprieten glinstert het water. En mocht de vorst het toelaten dan ligt hier straks een prachtige ijsvloer.

Een beekje heeft de gelegenheid gekregen een deel van haar water over de grasmat uit te laten vloeien. Honderden kokmeeuwen staan met hun voeten in het wassende water, driftig pikkend naar de wormen die proberen aan het stijgende water te ontsnappen. Een groepje spreeuwen landt brutaal weg tussen de meeuwen en begint lekker te badderen. Dan komt een vlucht kieviten aanzetten. Als stuntvliegers scheren ze boven de toekomstige ijsbaan. Dan weer snel optrekkend en kantelend laten ze hun zwart-witte vleugels zien. Af en toe lijken ze op de meeuwen neer te duiken maar die trekken zich er niks van aan. Uiteindelijk strijken ze neer op een stukje weiland dat nog boven het water uitsteekt. De vleugels worden gepoetst en net als ze ook aan de maaltijd willen beginnen, slaat iemand alarm en gaat iedereen op de vleugels. Het duurt enige minuten, maar na veel gedoe zit bijna iedereen weer op bijna dezelfde plaats.

Ondertussen vertelt mijn moeder honderd uit over het wel en wee van de andere bejaarden in het complex. Wie wil er nog koffie en wie wil er nog thee? En pak er nog maar zo’n lekker soesje bij..

Het uitzicht? Ja, over het uitzicht is ze wel tevreden.