Quakjeswater

Quakjeswater, een pareltje in het Voornes Duin

Op een half uur rijden vanaf Rotterdam ligt, als een pareltje in het Zuid Hollandse Duingebied, het Quakjeswater. Zo’n 4 eeuwen geleden lag hier een kreek, ‘de Goote’ die op de plek van het huidige Quackjeswater in de zee uitmondde. Aan ene kant sloot een duinenrij de toegang tot de zee af en aan de andere zijde slibde de kreek dicht. Wat gebleven is een meer met omringend moerasbos van wilgen, elzen maar ook zeer oude breed uitgegroeide eiken. De struiken zijn met lianen van kamperfoelie, hop, wilde rozen en heggenrank behangen.

Het Quackjeswater is de eerste plek in Nederland waar de kleine zilverreiger ging broeden. Deze spierwitte vogel met zwarte poten en kleine tenen brengt hier tussen de lepelaars zijn jongen groot. De lepelaars zijn in de zomermaanden met hun kuif en lepelvormige snavel de meest opvallende vogels. Zij broeden in kolonievorm op het eiland in het duinmeer. Rond het Quackjeswater is een mooie wandeling mogelijk. Vanaf Rockanje komende over de Duindijk vind je net voor de tunnel onder de Dammenweg (N57) een parkeerplaatsje met een informatiebord van natuurmonumenten. De wandeling van 2.9 km is ook te downloaden op nm.nl

Een herfstwandeling rondom het Quakjeswater

Telkens als ik hier loop moet ik aan heer Olie B. Bommel denken. Als heer Olivier met zijn goede vriend Tom Poes opstap gaat, loopt hij  meestal tevreden aan zijn pijpje lurkend, in een droef naargeestig bos. Tom Poes kijkt om zich heen, ruikt onraad maar zijn waarschuwingen slaat heer Olivier in de wind. Alles wat hij ziet is pais en vree.

Maar de kijker ziet dat de herfstnevels over de vochtige bodem kruipen. Een stapje van het pad af en je zakt weg in de plaatselijk  zeer drassige bodem. Als donkere schaduwen zijn grillige stammen van met lianen behangen bomen te zien. Bomen, waar de strijd om het bestaan valt af te lezen. Dunne en dikke, met vooral kronkelige vormen,  zelden zie je er een met een rechte stam. Veel omgevallen bomen zijn begroeid met mossen en varens. Als de zon door de nevel priemt lijkt het net een sprookjesbos. Een lichtstraal werpt haar licht op een hele bos varens waarvan het groen naar geelbruin verkleurd. Verschillende soorten paddenstoelen maken het plaatje compleet.

Ik loop net als heer Olivier te genieten:

Vlakbij staat  een “nestje” lichtbruine stuifzwammen aan de voet van met donkergroen mos begroeide stam van een eik. Hoger op de stam groeien zilvergroene korstmossen. Onder de breeduit gegroeide eikenboom kan geen boom of struik groeien,  alleen wat lagere planten groeien onder zijn kroon. Een dagkoekoeksbloem toont hier en daar nog rose sterretjes. Langs het pad lichten nog een paar gele bloempjes van het heelblaadje op en waar het vochtig is toont de watermunt zijn kleine blauwe bloempjes. Een Atalanta warmt zich op. In de bomen piepen wat kleine vogels op zoek naar de lekkerste bessen. Keus volop. Blauwe bessen van de vlier en de dofrode van de meidoorn zijn het meest in trek. De vlier is behangen met haagwinde en in de meidoorn rankt een hop. Hier en daar zijn de wat lichter gekleurde hopbellen te zien. Prachtig steken de helder rode bessen van de Gelderse roos af bij het al geel verkleurde blad. De karninaalsmuts doet zijn best dit kleurenfestival compleet te maken.

Er is zoveel te zien de tijd vliegt voorbij. Een paar rood gekopte paaltjes wijzen de weg. Vlakbij bij de uitgang voor het eerst een menselijk wezen;  een oudere dame wil er haar hondje uitlaten….

Het Quakjeswater is het restant van de middeleeuwse kreek “de Gootte”. Ooit zeilden hier boten richting Den Briel. Binnendijks zien we op de terugweg nog een deel liggen. Van het Zuid-Hollands Landschap mogen we ook hier een rondje lopen. Ach, wie wat bewaart, heeft nog wat te goed.

Aart van Dragt