Onthaasten

 

Tijd te kort..

Aart van Dragt

In de maand mei heeft de natuurliefhebber het geweldig druk, ik ben dan niet meer te houden. Veel vrije dagen opnemend tracht ik de natuur bij te benen. Narrig reageer ik als mijn vrouw voorstelt een van deze dagen te gebruiken voor, in haar ogen, hoogst noodzakelijke klusjes. Dat is onmogelijk; ik heb geen tijd want het grootste deel van de inheemse planten, bomen en struiken bloeit deze dagen en ook de vogels en ander dieren hebben hun aktiemaand; ze baltsen, broeden en voeden. Daar moet je snel bij zijn want de bloeitijd van inheemse planten is maar kort, waarna je weer een jaar moet wachten.

In die zelfde tijd buitelen de weidevogels door de lucht, baltsen de roofvogels en verstoppen de eerste pulletjes zich tussen het snel groeiende gras. Ik weet gewoon niet, waar ik het eerst moet kijken: Op Voorne: Mildenburg, Groene strand, Tenellaplas of Quackjeswater of op Goeree: de Kwade hoek, Scheelhoek, de Punt of de Brouwersdam of de polder: Alblasserwaard, Krimpernerwaard, of de Grienden van IJsselmonde of….. of…?

Wie wil onthaasten moet deze tijd niet in de natuur zijn. Ik snel van gebied naar gebied, bang iets te missen. Met zevenmijlslaarzen snel ik door de natuur, van de dieren zie ik slechts het achterlijf als ze voor me wegvluchten. Anderen verstoppen zich bij het naderen van deze voorjaarsstorm en komen pas weer tevoorschijn als ik gepasseerd ben. Tijd om te genieten is er nauwelijks.

Aan het einde van de dag kom ik nahijgend, moe en dorstig thuis. Als ik op de bank ben geploft, de voeten uit de knellende wandelschoenen heb bevrijd, vertelt mijn vrouw welke zeldzamerd zij al zittend in onze achtertuin voorbij zag komen (zou ik die soms hebben opgejaagd?).
Dan neem ik mij voor alleen maar meer van de natuur te genieten op een bankje in de schaduw, met voor me een rijk natuurgebied, zo laat ik dan de dieren tot mij komen. Maar pas als de maand mei voorbij is, want eerder heb ik geen tijd.