Natuur in Nederland

Hongersnood in de Oostvaardersplassen

Aart van Dragt

Schreef ooit dichter J.C. Bloem begin vogige eeuw:
Wat is natuur nog in ons land?
Een stukje bos, ter grote van een krant,
Een heuvel met wat vilaatjes er tegen.

Konikspaarden

We hebben in ons land blijkbaar geen idee meer wat natuur is. De natuur moet worden geholpen, menen we te weten. Reigers die te lui waren om ’s winters warmere streken op te zoeken worden door ons met bij-voedering de winter doorgeholpen. Verstandige reigers die terugkeerden van zuidelijke streken zien dat de beste nestplaatsen door die gevoerde soortgenoten zijn ingepikt, die daarmee de beste kansen hebben op voortplanting. Ooievaars hebben hun conclusie al getrokken en trekken (bijna) niet meer. Uit het nestgevallen jonge vogels worden met de dierenambulance naar het vogelasiel gebracht. Toch willen we oorspronkelijke natuur terug.

Otters en bevers werden met succes geherintroduceerd. De wisent mag het voorzichtig in een enkel natuurgebied proberen. Met argwaan wordt uit gekeken naar de  terugkeer van de linx en de wolf. De Veluwe die “wildernisse” is het grootste laaglandbos van Europa!

Maar de Nederlanders zijn nog lang niet zover. Opwinding als een wolf zich over de grens waagt. Bijna jaarlijks in februari en maart besteden kranten en tv aandacht aan de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Die zouden van honger verkommeren. Gevolg ingezonden brieven, kamervragen aan de minister. Politieke partijen eisen  dat Staatsbosbeheer de dieren bijvoert. Boswachters schieten de creperende dieren af. Voortaan moet een overschot aan grazers voor de winter worden afgeschoten , eist de kamer. Maar volgens de minister is er geen sprake van onnatuurlijke hoge sterkte.

Wat is er aan de hand?
In de Oostvaardersplassen mag de natuur haar gang gaan. Duizenden ganzen eten s’ winter het riet weg en voorkomen daarmee dichtgroeien van de plassen. Om o.a. lepelaars in broedtijd voldoende stekelbaarzen te laten vangen is er rond de plassen een drassig natuurgebied ingericht. Om dichtgroeien te voorkomen zijn edelherten, konikspaarden en heckrunderen uitgezet die zich moeten zien te redden. Dat gaat buitengewoon goed, de kuddes groeien enorm. Volwassen heckrunderkoeien krijgen elk jaar een of soms zelfs twee jongen. Als ze het mogen beleven zeker tien jaar achter elkaar. U voelt al aan als dat allemaal blijft leven komt er plaatsgebrek. Al enkele jaren blijkt dat daardoor de vruchtbaarheid afneemt en de dieren minder jongen krijgen. Dus met dat plaatsgebrek valt het wel mee. Het zelfde valt bij de paarden waar te nemen. Waarom sterven vaak de stieren (zelfs twee keer zo vaak als koeien)?

Stieren hebben elk een eigen territorium. Een kudde koeien onder aanvoering van een ervaren koe trekt door de territoria van de stieren. Iedere stier probeert de beste weidegrond te bemachtigen omdat hij weet dat daar de kudde het langste verblijft. De zwakste stieren hebben de slechtste plekken of geen eigen plekken en worden telkens verjaagd. Deze dieren maken dan ook weinig kans deel te nemen aan de voortplanting. Het zijn juist deze stieren die als het voedsel schaars is sterven. Hetgeen voor het voortbestaan van de kudde van weinig betekenis is., want de sterkste is blijven leven. Is het erg als er een keer een groot aantal dieren sterft?
In de natuur vormen dergelijke rampen de aanzet tot een andere ontwikkeling van het gebied. Voorbeeld; doordat in de duinen konijnen door ziekte zijn gedecimeerd kunnen veel struiken zich uitbreiden en groeien delen van de duinen dicht. In de winter werden vaak de stammen ontschorst en ging een deel van de struiken dood. Ook in een gebied als de Oostvaardersplassen zou deze verandering toe te juichen zijn. Het is nu erg kaal. Dit heeft een enorme achter uitgang van vele vogelsoorten tot gevolg gehad. Als er tijdelijk minder grazers zijn  kunnen in enkele jaren struiken, bomen en ruigtes oprukken. Als de kudden zich geleidelijk aan herstellen zal blijken dat de verandering weer ongedaan gemaakt wordt. Misschien dat het enkele bomen lukt om in deze periode groot en daardoor minder kwetsbaar te worden. Dat geeft dan een stukje extra variatie.

Bast opgevreten door hongerige herten

Wat nu als er wordt bijgevoerd?
In de winter worden alle voedsel bronnen van het gebied benut. Het hele gebied wordt begraasd en ook de wat meer verhoute stengels en schors worden opgevreten waardoor het gebied open blijft en mij aan een soort Seregeti doet denken. Zodra gevoerd wordt verzamelen de dieren zich aldaar. Andere plekken worden niet meer benut.. Door bijvoering in de winter zullen de grazige vlaktes begroeid raken omdat de dieren de jonge bomen niet meer opvreten of ontschorsen.

Een ander nadeel is dat het tamste en meest aan de mens aangepaste dier het meest te vreten krijgt. Deze dieren zullen zich het beste voorplanten. De grote dieren die sterven in dit natuurgebied dienen officieel te worden verwijderd. Blijft het liggen dan is van het kadaver na enkele weken weinig meer over. Vossen, kraaien en andere dieren vinden er een feestdis. Tot slot peuzelen insecten de laatste restjes op. De kringloop van de natuur bestaat zelfs in ons land nog. Alleen de Nederlanders accepteren niet dat de natuur bestaat uit eten en gegeten worden. Het recht van de sterkste. Is Nederland of de Nederlander te klein voor echte natuur en nemen we liever genoegen met de natuur zoals geschetst door J.C. Bloem?