Februari

De natuur in Februari

Begin februari zie je de eerste meerkoeten als stelletjes in de vijver van het wijkpark terwijl hun soortgenoten nog in grote groepen op de dijken langs de rivieren grazen.
Zanglijsters zijn ’s morgens vroeg en merels tegen zonsondergang horen.
Nu is al de zang van winterkoning, mezen, heggenmussen, roodborsten te horen. De eerste kokmeeuwen hebben hun zomerse zwarte kop.

De bladeren van de vlier lopen uit. De eerste blaadjes zijn nog bronskleurig maar ze kleuren na enige tijd groen. Gele kornoelje hangt vol bolvormige bloemtrosjes.

Speenkruid

Het speenkruid raakt deze maand in bloei.
Wijd open stralen de gouden sterretjes tussen de glimmende ronde blaadjes. Wie aan het tellen slaat zal zien dat niet alle bloempjes evenveel kroonblaadjes hebben. De meeste hebben er zeven. Een enkele honingbij strijkt neer, de ranke steel buigt door. Een minuscuul zwart sluipwespje woelt in het stuifmeel rond.
Een dikke aardhommelkoningin, die de winter heeft overleeft, zoemt voorbij want ze is op zoek naar een holletje om daar een nieuw volk te stichten.

Half februari kunnen we de bloei van het klein hoefblad verwachten. Het is ook een composiet maar heeft een rood geschubde steel. Pas na de bloei verschijnt het hoefvormige blad.
In het park tierelieren boomkruipers in de bomen, uit het struikgewas klinkt het fijne hoge piepen van goudhaantjes. Een clubje staartmezen vliegt in golvende vlucht voorbij. De iepen bloeien halverwege de maand. Soms zit het weer mee; de zon schijnt en hoog in de blauwe hemel kliauwt een zilvermeeuw. Een merel zingt in de lijsterbes, rond en vol orgelen de tonen uit zijn donkergele snavel. Een spreeuw kwettert met scherpe uithalen. De spitse keelveren trillen na. Af en toe slaat hij enthousiast de maat met zijn vleugels. De lente is in aantocht..