De vogeltrek

 

Fitis

Bijna ongemerkt is met het korten der dagen de vogeltrek op gang gekomen. Vele soorten groeperen zich, blijven daarna nog een bepaalde tijd hangen, ze gaan gezamenlijk slapen en daarna neemt de grote trek naar het zuiden een aanvang. De boerenzwaluw is hiervan een bekend voorbeeld.

Niet alle vogels trekken echter weg, velen groeperen zich wel, maar blijven in onze gematigde streken. Ze verplaatsen zich echter naar geschiktere voedselgebieden of trekken voor de vorstgrens uit, zoals de kievit dat doet. Typische trekvogels zijn: kleine zangertjes zoals fitis, tjiftjaf en fluiter, en natuurlijk ook de ooievaar en zeker de grote stem, die helemaal in zuidelijk Afrika overwintert.

Als u nu denkt, dat in de winter ons land vogelarmer wordt, dan heeft u het mis. Uit het hoge noorden krijgen wij lijsterachtigen op bezoek, zoals de koperwieken en de kramsvogels. Vele eenden, die in noordelijke landen broeden, verblijven graag hij ons in het winterhalfjaar en ons land is belangrijk als winterverblijfplaats voor allerlei soorten ganzen. U kunt ze letterlijk horen overvliegen, ze houden constant contact met elkaar door hun roep te laten horen. Je kijkt dus automatisch omhoog en ziet ze dan in hun typische V-vorm overtrekken.

Oktober is de topmaand voor de vogeltrek; vanuit een goede positie en bij gunstig weer, kunt u een boeiende ochtend beleven. Vooral langs de kust zijn er dan uitstekende waarnemingen te doen, bijvoorbeeld vanaf een hoge duintop. Allerlei soorten zullen u in grote aantallen voorbijtrekken. Vooral vinkachtigen vallen daarbij op door hun typische, golvende vlucht. De trek vindt vooral plaats langs de kustlijn, maar ook zijn er trekroutes dwars over ons land, van oost naar west, die vervolgens ook weer langs de kustlijn afbuigen.

U kunt dus ook in het binnenland goede trekvogelwaarnemingen doen. Maar het duidelijkst is de trek te zien in de duinen. De Maasvlakte is bekend gebied voor waarnemingen van de vogeltrek