Cetti’s zanger

 Opkomst van een onzichtbare herrieschopper

 door Cornelis Fokker

Je hebt van die soorten die je eigenlijk gewoon nooit ziet. Hoe je je ook inspant, het lukt je niet. Een mooi voorbeeld daarvan is de cetti’s zanger, die hoor altijd makkelijk, maar zien; hó maar. Zijn zang is niet te missen. Diegene die ‘m weleens gehoord hebben snappen wel waarom, want zijn zang is kort, hard en explosief. Ondanks dat zijn ze niet te vinden en leiden ze een zeer verborgen bestaan. Een enkele keer stond ik oog-in-oog met dit bruine vogeltje. Iets groter dan een winterkoning zijn ze, maar ze hebben een veel langere, mooi afgeronde staart, waardoor hij groter overkomt.

Vanaf 2003 nam de cetti’s zanger plotseling snel toe in Nederland. Deze soort uit Zuid-Europa trok hard op richting het noorden en vestigde zich plotseling in Zuid-Nederland, met name de Biesbosch bleek favoriet te zijn. Het wilgenstruweel bleek hét habitat voor dit bruine, kleine zangvogeltje te zijn, en laten we daar nu ook op IJsselmonde genoeg van hebben… In oktober 2005 werd de soort dan ook opgemerkt op ons eiland; in het Develbos. Sinds die tijd is de soort niet meer van het eiland weg te denken en namen de aantallen toe. Vanaf 2010 kwamen namelijk de eerste vervolgwaarnemingen, die opvallend genoeg veel in de grienden langs de rivieren opdoken. Plekken als de Galgenplaat, de Jan Gerritsenpolder en de Veerplaat waren snel met deze herrieschoppers bezet.

Cetti’s zangers zijn standvogels en trekken dus niet weg richting het zuiden in de winter. De strengere winters bleken ze echter wonderwel te overleven en de aantallen namen alleen maar toe. De Biesbosch is nu afgeladen met deze soort en zit op duizend territoria in het hele gebied. Immens! Met de Biesbosch om de hoek hebben we dus een grote bron van vogels, want de jonge exemplaren gaan toch op zoek naar nieuw broedgebied. In tegenstelling tot de afgelopen jaren blijkt dat nu ook echt buiten de rivieren te worden.

Zoals gezegd heeft de focus van de cetti’s zangers op IJsselmonde altijd op de grienden langs de Oude-Maas en de Noord gelegen, waarbij de grienden bezet zijn geworden. Op het oog geschikte gebieden aan de andere kant van de dijk bleven echter onbewoond, met uitzondering van de Devel, wat eigenlijk ook een klein riviertje is. In oktober hoorde ik in Polder Sandelingen bij Ambacht echter opeens een cetti’s zanger zingen. Sinds de aanleg van de Sandelingen bijna vijftien jaar geleden loop ik in het gebied rond, maar dit was de eerste cetti’s zanger die hier is gehoord. Een enorme verrassing dus! Een korte speurtocht op waarneming.nl leerde me dat mijn waarneming geen toeval is.

Ook op andere plekken is de soort ‘het binnenland’ in getrokken. Bij Heerjansdam, Smitshoek en in de Zuidpolder zijn ondertussen exemplaren opgedoken. Een mooie ontwikkeling om te zien hoe zo langzaam IJsselmonde door deze mysterieuze zanger wordt gekoloniseerd. Opvallend afwezig is het nog op de noordelijke helft van het eiland, maar wie weet is hij in de nabije toekomst ook te horen in het Zuidelijk Randpark en dergelijke gebieden. Wat betreft geschikt habitat is er nog genoeg te veroveren door deze zuidelijke immigrant!