Bessen

Bessen zijn zaden in een smakelijk omhulsel

Meidoornbessen

Het is vast geen toeval dat de meeste bessen rijp zijn als de najaarstrek van de vogels begint. Veel vogels hebben hun jongen groot gebracht met eiwitrijke insecten. Voor de trek hebben ze veel energie nodig. Bessen leveren deze energie in de vorm van suikers. Maar de vogels mogen er pas van eten als de zaden rijp zijn. Onrijpe bessen; bramen, frambozen of aalbessen, smaken zuur en wie er van gegeten heeft waarschijnlijk gemerkt dat je van onrijp fruit buikpijn kunt krijgen. Als ze rijp zijn krijgen de bessen een voor vogels aantrekkelijke kleur. (Geen geur want vogels ruiken niet.)

In september en oktober is de concurrentie tussen de besdragende planten groot. Iedere plant probeert zijn waar zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren. Sommige planten zorgen dat hun bessen wat vroeger rijp zijn, zoals vogelkers en bosaarbei, terwijl anderen juist later rijp zijn zoals slee en duindoorn, Gelderse roos en hulst. Deze bessen zijn pas lekker als de vorst er overheen is gegaan.

Groenling

Van sommige bessen is de pit giftig (taxus en vogelkers). Vogels hebben zoals bekent geen gebit en een snelle spijsvertering. De pitten worden onbeschadigd met een beetje vruchtbare vogelpoep binnen enkele uren ergens gedeponeerd zonder dat de vogel daar schade van heeft onder vonden. De pit kan zodoende zelfs in arm zand ontkiemen ver van de moederplant. Toch blijkt de taxus pit koolmezen en boomklevers niet te deren ook als louter de pit wordt genuttigd.

Trouwens groenlingen, goudvinken en duiven peuteren ook graag de zaden uit de bessen en onttrekken zich daarmee aan de verspreidingstactiek van de plant. Want behalve veel energie heeft de plant in de eiwitrijke zaden waardevolle mineralen als stikstof, fosfor en zwavel gestopt en het omhulsel bevatte slechts water, suikers en zetmeel als lokstof en beloning voor de transporteur.