Gepubliceerd 8 juli 2021
Aart van Dragt
De Barendrechtse Zuidpolder is een betrekkelijk nieuw natuur- en recreatiegebied. Het is zo’n 170 hectare groot. Groot genoeg om een flinke wandeling te maken. Het is nu genieten van de vele wilde planten die er in bloei staan.
Een bezoek aan de recreatieboerderij Kleine Duiker is aan te bevelen. De boerderij heeft 20 hectare in gebruik, op het terrein is een fraaie vlindertuin aangelegd! Dwars door de weilanden loopt een laan met notenbomen met uitzicht op het ooievaarsnest.
Fietsers en wandelaars maken graag gebruik van het pad op de dijk die dwars door de Zuidpolder voert. Vanaf de dijk heeft men een mooi uitzicht over het gebied. Deze oost-west verbinding staat garant voor maximale afwisseling omdat de kavels noord-zuid gericht zijn en hebben elk een eigen bestemming gekregen. Zo ziet men op korte afstand een bosstrook, bloeiend grasland, rietvelden en in de verte zien we de kerktoren van Heerjansdam.
Het water naast de dijk is een historische watergang die in het oosten van het gebied de Kleine Duiker genoemd, in het middendeel heet het de Groote duiker en in het westen de Gaatkesplas, die op oude kaarten staat vermeld als Zuidpoldersche Boezem. Ze is nu veel breder dan destijds.
Het water is ook een belangrijk verbindingsroute die verschillende gebieden met elkaar verbindt.
Deze ‘Blauwe Verbinding’ voert schoon water van het Waaltje door de Zuidpolder, de Koedood naar het Zuiderpark en mondt uit in de Waalhaven. Met een kano kan men de verschillende gebieden bezoeken. Ook voor de wandelaar, de fietser of skater zijn er routes gemaakt die deze gebieden met elkaar verbinden. En niet onbelangrijk, het is ook een ecologische verbindingsroute waar flora en fauna gebruik van maken.
De Zuidpolder bevat ook een gebied met de mogelijkheid om tijdelijk water op te vangen.
Het is een soort waterreservoir voor zijn omgeving. In natte tijden wordt het water opgevangen en gebufferd. Het peil kan 20 cm worden verhoogd zodat in droge tijden IJsselmonde niet afhankelijk is van de Oude Maas, want het verzilten van rivierwater in tijden dat de waterafvoer minder is vormt een probleem. Tevens zou de voedselrijkdom van het rivier water algengroei kunnen veroorzaken. Om die reden wordt relatief schoon water uit het Waaltje ingelaten. De Kleine Duiker (vroeger deels de Kromme Duiker genoemd) voert het water door het gebied. Deze oude watergang is flink verbreed om enkele natte zones te creëren. Via een pomp kan het zuidelijke deel van de polder van water worden voorzien. Uiteindelijk vloeit het water weer in de Kleine Duiker.
In de Zuidpolder ligt de begraafplaats Den Ouden Dijck, zo’n 7 hectare groot. Het vermelden waard is het verhaal waar de naam vandaan komt. Tussen 979 tot 1187 is de Riederwaard stukje bij beetje ingepolderd. In zijn uit eindelijke vorm strekte zich uit van Ridderkerk tot Rhoon. In het zuiden was de Waal (het Waaltje) de grens. De bewoners hadden het niet gemakkelijk. Van tijd tot tijd hadden ze te maken met overstromingen. In 1373, 1374 en1375 braken de dijken. Nauwelijks waren ze hersteld of ze bezweken wederom. Eindelijk trok men de conclusie, de Riederwaard werd als verloren beschouwd. In 1421 wordt melding gemaakt van het eiland Den Ouden Dijck gelegen op de plaats waar nu zo ongeveer de begraafplaats ligt. Het was blijkbaar een stuk van de middeleeuwse dijk die nog boven het water uitstak. Het duurde uiteindelijk nog tot 1659 voordat de Zuidpolder werd ingepolderd, 287 jaar na de ramp. Dankzij een luchtfoto uit 1983 werd een tracé van circa 3 kilometer van Den Ouden Dijck inclusief bewonerssporen terug gevonden.
De wandeling start vanaf de parkeerplaats aan de 3e Barendrechtseweg te Barendrecht