Minicursus paddenstoelen door Lex Kreffer

We onderscheiden paddenstoelen in drie groepen:
1. De groep die samenwerkt met boomwortels.
2. De groep die parasiteert op bomen.
3. De groep die we als opruimers kunnen benoemen.

honingzwam

Honingzwammen

De eerste groep is een sprekend voorbeeld van samenwerking in de natuur. Zwamdraden vervlechten zich met de fijnste boomwortels. Omdat zwamdraden over een groot oppervlak onder de grond verspreid zitten kunnen ze van ver voedingsstoffen voor de boom aanleveren, in ruil daarvoor ontvangt de zwam weer voor hem noodzakelijk voedsel van de boom. Boom en zwam kunnen niet buiten elkaar. Vele bomen hebben hun eigen paddenstoelen, zoals de berk: de vliegenzwam en de berkenboleet. Helaas gaat het slecht met deze groep paddenstoelen en dat is een slecht voorteken voor onze bomen.
De tweede groep die parasiteert op bomen kunnen vooral op plaatsen waar veel bomen van de zelfde soort groeien grote schade aanrichten. Een voorbeeld is de honingzwam. Die verspreidt zich met zwarte veterachtige zwamdraden over de bosbodem en kruipt onder de schors van een meestal toch al niet zo’n vitale boom. Deze boom zal uiteindelijk sterven.
Als derde noemden we de opruimers van het bos. Als deze er niet waren lagen er onder de bomen in het bos een meters dikke laag bladeren en dode takken. Een voorbeeld van deze groep is het gewei-zwammetje. Het groeit op half vergane boomstobben en ziet er uit als een hertegewei. Het is zwart en heeft witte punten. Het wit zijn de sporen die daar rijpen. De houtzwam haalt voedsel dat ze gebruiken uit het dode hout. Dat daardoor wordt verteerd.

Wie meer over de paddenstoelen wil weten geeft zich op voor deze cursusavond met een praktijk excursie

De kosten voor de minicursus bedragen 8 euro pp voor leden en 10 euro voor niet-leden.
De cursusavond is in het NME Centrum De Groene Draak te Ridderkerk. Geef u nu op voor deze interessante mini-cursus op instapniveau via excursies@natuurvereniging-ijsselmonde.nl.of via Christa Groshart telefoon: 0180-428262