Iepziekte.

Er zijn tijden geweest dat we bijna elke zomer werden we weer opgeschrikt door berichten dat de iepziekte was uitgebroken. Nu is horen we er wat minder van want door de klimaatveranderingen bereiken telkens nieuwe boomziekten onze streken. Dat wil niet zeggen dat de iepziekte is verdwenen.

Een iep is herkenbaar met het blad waarvan de ene kant van het blad dichter bij het steeltje begint dan de andere kant. De veldiep is een goede straatboom. Hij groeit snel, is goed bestand tegen de wind en verdraagt luchtverontreiniging redelijk goed. Om deze redenen is hij al heel lang als straatboom aangeplant. Helaas worden deze oude grote iepenbomen door de iepziekte bedreigd.

De iepziekte wordt veroorzaakt door schimmels die de houtvaten verstoppen. Deze houtvaten dienen voor transport van water met de daarin opgeloste voedingsstoffen. Het gevolg is dat eerst enkele takken afsterven. De bladeren verwelken doordat de tak verdroogt. Vroeg of laat verspreidt de ziekte zich over de hele kroon. De schimmel wordt verspreid door kevertjes nl. de grote en de kleine iepenspintkever. Deze kevertjes gebruikt zieke en dode iepen om eieren onder de schors te leggen. De daaruit gekomen larven vreten gangen door het spinthout en overwinteren als pop. In het voorjaar vliegen de met de schimmel besmette kevertjes uit op zoek naar voedsel. Ze vreten dan aan de bast van jonge takjes en besmetten zo de volgende boom. Om de iepziekte enigszins in te dammen moeten alle aangetaste bomen zo snel mogelijk worden gekapt. Staat een zieke iep in een gebied vol andere bomen, dan bestaat het risico dat alle iepen daar besmet zijn. Die moeten dan allen worden gerooid. De schors wordt van het dikke hout geschild en de takken worden verbrand. Dit om te voorkomen dat de kevertjes de besmette boom als broedplaats gebruiken.

Er worden verschillende experimenten uitgevoerd om de kwaal te bestrijden. Het is mogelijk om jaarlijks de boom te laten injecteren als een zgn. griepprik. Kosten ca. 100 euro en het zou in ca. 90% van de gevallen helpen. Met lokstoffen probeert men het kevertje te vangen. Maar de meeste verwachtingen heeft men van het kruisen met resistente uitheemse soorten. Ook in Ridderkerk zijn verschillende van die nieuwe variëteiten aangeplant. Ondanks dat kwekers hoog op gaven van deze nieuwe rassen bleken ze vaak op langere termijn niet tegen besmetting bestand. Hopelijk kunnen we ook in de toekomst nog van deze Hollandse boom genieten.