Gepubliceerd 13 mei 2021
Aart van Dragt
De Carnisse grienden zijn gelegen ten zuiden van Barendrecht. De Gaatkensplas scheidt het
natuurgebied van de oprukkende bebouwing. De Carnisse grienden, ca. 35 ha groot, worden beheerd
door Staatsbosbeheer en hebben de bestemming natuurgebied. Ze maken onderdeel uit van de
natuur- en recreatiegebieden langs de Oude Maas die zich uitstrekken van Portugaal tot Zwijndrecht.
De Oude Maas is 30 kilometer lang en gemiddeld 350 meter breed. Langs de rivier loopt een veel
gebruikt fietspad. De recreant krijgt een jaarlijks veranderend beeld te zien van pas gehakte grienden
en opgaand wilgenhout, afgewisseld met riet, ruigte en water. De Oude Maas wordt daarom ook wel
de Groene rivier genoemd.
Het bijzondere van de Oude Maas is wel, dat deze rivier tot één van de weinige Zuid-Hollandse stromen gerekend kan worden waar de getijde-beweging nog duidelijk merkbaar is. Het huidige
tijverschil in de Oude Maas, sinds de afsluiting van het Haringvliet op 2 november 1970, bedraagt
gemiddeld ruim 70 centimeter. Voor 1970 was dat twee meter! Deze getijdebeweging heeft tot
gevolg dat de Carnisse grienden tweemaal per dag grotendeels met voedselrijk zoet water worden
overspoeld. Dat heeft grote invloed op de flora en fauna van het gebied.
Grienden zijn de cultuurvorm van het vloedbos, dat vroeger een belangrijk deel van het Hollandse
landschap uitmaakte . De griendcultuur is van grote cultuurhistorische betekenis geweest qua
onderhoud, materialen, gereedschappen en gewoonten. De teelt van wilgentenen is de afgelopen
eeuw in snel tempo afgenomen. Zelfs de komst van buitenlandse arbeidskrachten heeft niet kunnen
voorkomen dat de arbeidsintensieve teelt te duur is geworden. Ook in de Carnisse grienden wordt
het overgrote deel van de griendpercelen, waarvan de meeste zijn aangelegd in de periode 1778 –
1883, niet meer onderhouden. Ze verwilderen weer geleidelijk richting een vloedbos.
We genieten; het prille groen, het witte fluitenkruid en de gele dotterbloemen. Het is hoog water.
Tussen de hoge knotwilgen die het voetpad omzomen zien we een grote kustvaarder langzaam
stroomopwaarts varen richting Dordrecht. Nadat hij ons gepasseerd is slaat een flinke golf met veel
geraas tegen de oever. Er volgen nog kleinere golven waarna de rust weer geleidelijk terugkeert. In
het struikgewas zingt een vogel. We staan even stil maar kunnen de zanger niet onderscheiden.
Gelukkig brengt de app BirdNET uitkomst. De app herkent vogelgeluiden. Voor insecten gebruiken
we app Obsidentify. Deze app herkent ook de beelden van dieren, planten en paddenstoelen. Om
met enige zekerheid bomen te herkennen moeten de algoritmes nog wat langer oefenen. Met deze
twee apps waant de gebruiker zich een bioloog in spe.
Langs het pad zien we op verschillende plaatsen sporen van de bever. Dit grootste knaagdier van
Europa voelt zich thuis in de Carnisse grienden. Verse knaagsporen aan wilgen duiden op hun recente
aanwezigheid. Waar ze vaak het pad oversteken zijn de klauter en glijsporen tot geulen uitgesleten.
We speuren of we tussen de wilgen een burcht kunnen onderscheiden. Er zijn meerdere
beverburchten in het gebied. Het gaat goed met de bever in Nederland. De bever was tussen 1827 en
1988 afwezig in heel Nederland. Ze stond als uitgestorven te boek. Nadat ze met groot succes is
uitgezet heeft ze in vrij korte tijd het hele land weer her bevolkt. Hier en daar veroorzaken bevers
inmiddels overlast. Dat heeft er toe geleid dat op 4 maart 2021 de provincie Zuid-Holland
toestemming heeft gegeven aan de Waterschappen om ingeval van grote schade de bever te
verjagen en indien nodig te doden. De toestemming geldt ook voor het Natura 2000 gebieden als de
Carnisse grienden. Verschillende natuurorganisaties hebben inmiddels bezwaar aangetekend.
Meer over de Carnisse grienden, zie https://www.natuurvereniging-ijsselmonde.nl/carnisse-grienden/