Bijzonder blaadje

Gemineerd beukenblad

gemineerd-beukenblad

Werk van de zigzagbeukenmineermot

Tussen de enorme massa’s gevallen blaadje, viel het oog een blaadje dat een beetje afweek. Een bruin beukenblaadje met een groen plekje. Dat groene plekje was ook nog eens met geel omlijst. Om een foto te nemen legde ik het op het mos. Zie hier het resultaat. Maar wat is er nu aan de hand?

Het beukenblad is aan de boom grotendeels verdord. De boom heeft als voorbereiding op het afstoten van het blad, het bladgroen (chlorophyl) via de nerven uit het blad terug getrokken. De groene kleurstof in het blad is eigenlijk een heel bijzonder product waarmee de boom of plant zonlicht opvangt en deze energie gebruikt voor de fotosynthese. Die fotosynthese is een proces waarbij uit het omzetten van kooldioxide en water, koolhydraten en zuurstof ontstaan.

Het bladgroen dat daarvoor nodig is, is voor de boom een te kostbaar goedje om in het verdorde blad te laten zitten en wordt daarom terug getrokken en opgeslagen in het wortelstelsel van de boom. Het zal het volgend voorjaar weer gebruikt worden bij de opbouw van de boom. Als we het blaadje goed bekijken, zien we in het groen gebleven deel, een mineergang van een larfje.

Er zijn verschillende bladmineerders; vliegen, vlinders maar ook kevers en zaagwespen die een eitje leggen in het blad waaruit een larfje ontstaat dat opgroeit in het blad. Prettig beschermt tegen de boze buitenwereld doet het wat het moet doen, nl zich te goeddoen aan het bladgroen. Wie goed kijkt ziet hier en daar de uitwerpselen, zichtbaar als donkere plekjes, achter gelaten in de mijngang. Dit alles vindt plaats in de kleine ruimte tussen de voor en achterkant van het blad. Zodra het larfje volgroeid was is het uitgevlogen.

Deze larfjes kunnen allerlei effecten hebben op het deel een plant waar ze zich bevinden (denk aan de vorm van gallen, dat is ook een effect van een larfje in een blad of bladsteel). Voor de larve in het beukenblad is het niet gunstig dat de boom het bladgroen terug trekt voordat hij volgroeit is. Hiermee verdwijnt immers zijn eten. Met een enzymatische reactie stelt de larve het afbraakproces uit, zodat er een langere ontwikkelingstijd in het najaar is. Je ziet het bij veel gangmineermotten, die laat in het najaar nog larven hebben.

Hier is de Zigzagbeukenmineermot aktief geweest. Deze bladmineerder wordt gekenmerkt doordat het op beuk gespecialiseerd is en van binnen naar buiten het blad opeet. Een andere soort doet dat precies andersom.

Als we verder lopen zien we nog meer van dergelijke bruin met groene blaadjes. Toch vreemd dat het ons nooit eerder is opgevallen.