Overwinteren

De winter overleven kan op verschillende manieren.

Lysanne van Bennekom

Om de winter door te komen gaan veel dieren in winterslaap: egels, vleermuizen, kikkers, hagedissen, ect. Egels eten in de herfst extra veel, zodat ze een vetlaag krijgen. Die beschermt hem tegen de kou. Tijdens de winterslaap daalt z’n temperatuur, zijn hart gaat langzamer kloppen. Ook de ademhaling gaat traag en het bloed gaat langzamer stromen. Andere dieren leggen een voedselvoorraad aan in de herfst: de eekhoorn en de hamster bijvoorbeeld.

Vleermuis in winterslaap

Ook de vogels doen van alles om de winter door te komen. Sommige trekken weg naar warmere gebieden, zoals de zwaluw. Andere vogels veranderen hun menu, dat doen bijvoorbeeld weer de koolmees en de roodborst. Deze gaan in plaats van insecten zaden en vruchten eten. Een paar doen het zelfde als de ham- ster en de eekhoorn. Z’n voorbeeld is de Vlaamse gaai, die verstopt ook eikeltjes in de grond; dat zorgt er ook weer voor dat er nieuwe bomen kunnen groeien.

Planten beschermen zich tegen de kou door bijvoorbeeld gedeeltelijk dood te gaan. Van sommige planten sterven de bovengrondse delen af. In de grond wachten de wortels, bollen of knollen op beter weer. Andere planten gaan zelfs echt dood, maar ze hebben eerst hun zaden in het rond gestrooid. Bomen laten hun bladeren vallen, omdat ze verdrogen als ze door de vorst geen water kunnen opnemen. Naaldbomen doen dat niet, alleen loofbomen. Er is maar één naaldboom die wel zijn naalden laat vallen en dat is de larix.

In de winter krijgen wij ook “wintergasten”, dit zijn dieren die uit bijvoorbeeld Rusland en Scandinavië komen om hier de winter door te brengen. Dit bedenken ze niet van te voren, hun instinct zorgt hiervoor. Een paar van die wintergasten zijn kramsvogels en wilde zwanen. Maar ook de hier afgebeelde sneeuwgors, die we tussen september en maart in ons land kunnen aantreffen. Zo zie je maar weer dat er veel manieren zijn om de winter door te komen.